Onze vakantie 2011 ging dit jaar naar Marokko. Als vakantieland voor een gezin met jonge kinderen (7 en 5 jaar) was dit misschien niet de meest voor de hand liggende keuze. Maar wel een land dat wij graag wilden zien. En ach, die ongemakkelijkheden nemen we wel op de koop toe.
Van tevoren heb ik me drukker gemaakt dan andere vakanties; druk over de hitte, de overnachtingen, ramadan, de vele verplaatsingen en alle mogelijke ziektes. Niet eens zozeer voor mezelf, maar meer hoe de kinderen het zouden doen. En dan was er twee weken voor de vakantie ook nog de inenting voor – of beter geformuleerd; tegen – hepatitis A en DTP.
Op 31 juli 2011 startte de reis van 24 dagen, 12 verschillende overnachtingsplekken, vervoer met huurauto, trein en bus
En terecht. Toen we aankwamen in Marrakech was het 46 graden Celcius. Heet. Nog niet eerder voelde ik zonder iets te doen zweet in stroompjes langs mijn lijf lopen. Maar na een relatief korte periode waren we aan de hitte gewend. En ook aan de andere ongemakkelijkheden wenden we snel.
Koningssteden
Marrakech, Fes, Meknes en Rabat zijn mooie steden. De ommuurde stad, medina, kent vele kleine steegjes met veel kooplui. Die steegjes zijn er om te verdwalen; dus dat deden we dan ook. En die kooplui zijn er om te laten kopen; dus dat deden we dan ook.
De medina kent ook meerdere marktjes met kleden, huiden, kruiden, sloffen, zoetigheden en ijzerwerk, souks. Een openbaar toegankelijk – dus niet meer gebruikte – koranschool, médersa, was er ook altijd wel. En natuurlijk meerdere – in gebruik, dus voor heidenen niet te betreden – moskeeën. Ezels, toegangspoorten (babs) en de prachtigste en verstopte huizen met binnenplaatsen, riads, complementeerde de medina.
Maar als je een van die koningssteden hebt gezien, heb je ze wel allemaal gezien.
Woenstijnovernachting
Aan het eind van de middag werden we verwacht aan de rand van de woestijn: Erg Chebbi. Vanaf hier zagen de zandduinen al fantastisch uit. De oranjegloed stak fel af tegen ‘Carsland’, zoals mijn zoon het dorre landschap, rotsformaties, grind en stof noemde.
Kamelen waren stiekem dromedarissen. Samen met mijn zoon waren wij het zwaarst van de groep en kregen dus het sterkste dier onder het zadel. Echt een lolletje vond ik de hele tocht niet. Behalve dan de stop; halverwege. Net op het moment dat de zon onderging. Prachtig.
In het donker kwamen we bij ons Bedoeïenen tentenkamp aan. De tajine-maaltijd was de beste maaltijd van de drieënhalve week Marokko. Ons bed stond deels buiten de tent. Dus geslapen onder de sterrenhemel. Voor zonsopkomst werden we gewekt.
Dit was genieten. Allemaal.
Geen wanklank?
Natuurlijk wel . Ik blijf – ook op vakantie – kritisch. Lezers van mijn columns zouden beter moeten weten.
Stank en lange termijn
Marokko vind ik vies. Overal afval. Stank is eigenlijk alom aanwezig. Straatjes en tegelvloeren worden wel dagelijks natgemaakt, maar niet gepoetst.
En veel mensen die wij meemaakte in Marokko gaan vooral voor de korte termijn. Relaties worden niet echt aangegaan. Een voorbeeld: onze – niet officiële – gids voor onze eerste dag in Fes kwam de tweede dag gewoonweg niet opdagen. Als het geld voor de ene dag binnen is, lijkt het wel dat er niet meer wordt gezorgd voor volgende dagen.
En dan de islam. Ik heb in Marokko nieuwe inzichten gekregen. En daarover zal ik in mijn volgende column schrijven.
Wat vooral blijft zijn de mooie herinneringen. En ik hoop dat we die nog lang met elkaar kunnen delen.
Voor nu, وداعا
Bert Sonneveld
Hey Bert,
BeantwoordenVerwijderenDit jaar heb ik ook een overnachting in de woestijn van Marokko gedaan en man wat was dat een ervaring. Vooral de zonsopgang en ondergang was een prachtig beeld. Ik heb mijn overnachting gecombineerd met een Marrakech excursie.