Het CDA organiseert deze dagen een vijftal bijeenkomsten in het land. De leden van de werkgroep Organisatie gaan het land in om CDA-ers te horen over voorstellen voor verbeteringen in de structuur en cultuur van onze vereniging. De werkgroep is ingesteld naar aanleiding van de aanbevelingen van het evaluatierapport ‘Verder na de klap’ van Léon Frissen. En met een woordspeling is de naam van deze reeks ook verklaard: De VerFrissing van het CDA.
Natuurlijk legde jij – ook – meteen de link naar mijn boekje van anderhalf jaar geleden: ‘Verfrissend’. Wat een vooruitziende blik had ik. Want al ver voordat commissie Frissen de verkiezingsnederlaag van het CDA van 2010 onderzocht; en ver voor die Tweede-Kamer-verkiezing van 9 juni 2010; zelfs nog ver voordat het kabinet viel waardoor die verkiezingen moesten komen, werkte ik al met het motto ‘Verfrissend’ in de politiek. Dat vind ik leuk.
Trouwens, mijn boekje is nog steeds verkrijgbaar. Rechtstreeks bij mij. In de boekhandel van Bruna Bussum. Of online via http://www.boekscout.nl/index.php?pagina=Etalage&actie=bekijken&id=1754&subid=Verfrissend.
Goed idee in deze boekenweek!
Het CDA is druk. In de VerFrissing-bijeenkomsten wordt dus over de organisatie van de partij gesproken. En daarnaast heeft de commissie van Jacobine Geel zich gebogen over nieuwe woorden en nieuwe beelden voor het CDA. Als derde is het CDA bezig met de inhoud. Daarvoor heeft het strategisch beraad, onder leiding van Aart-Jan de Geus, een rapport gepresenteerd: ‘Kiezen en Verbinden’.
Terug naar de VerFrissing. Gisteren, 14 maart 2012, was de Bussumse editie voor de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Geleid door fractievoorzitter van CDA-Flevoland, Marianne Luyer. Een prima opkomst, goede sfeer en stevig debat. Mooie avond dus.
Het CDA wil het debat binnen de partij terugbrengen; en niet alleen binnen de partij, maar ook heel, heel graag met onze trouwe stemmers én met de potentiele kiezers. Iedereen is het daar mee eens. Maar grote vraag – tijdens de VerFrissing-sessies – is, hoe doen we dat? Hoe organiseren we dat debat?
Twee zaken heb ik daar naar voren gebracht.
Ik zie binnen een vereniging twee gevaren. Aan de ene kant wil ik niet dat de hardste schreeuwers het voor het zeggen krijgen. Maar aan de andere kant wil ik ook weer niet dat alle discussies worden ‘wegbestuurd’.
Enige vorm van organisatie. Schreeuwers moeten niet de overhand krijgen, maar zieners moeten wel gehoord worden. Het voorstel voor een agendacommissie is zo slecht nog niet. Dat zal deels een kwantitatieve, maar vooral een kwalitatieve check moeten zijn.
Geen Pre-advies. Als we dan met z’n allen zo graag het debat in de partij willen hebben, dan moet de eerste discussie niet direct worden platgeslagen door een negatief advies van een bestuur, Tweede Kamerfractie of bewindspersoon. Dan moet je dus ook het lef hebben om het over te laten aan de CDA-leden. En echt, die zijn verstandig genoeg. Die willen graag het debat aangaan, de voor- en tegenargumenten wegen en de beslissing nemen. Een goede beslissing.
Met alles wat gisteren – en op de andere sessies – is gezegd, zal het nog lastig worden voor de werkgroep Organisatie om te komen tot een mooi voorstel op het aanstaande congres. Maar laten we daar het debat maar aangaan. Zonder schreeuwers. En zonder pre-advies.
Als je wilt reageren, graag!
Bert Sonneveld
Reacties
Een reactie posten