Rondom het weekend van 21 en 22 april 2012 vielen er twee
coalities. Op vrijdag de 20ste zegde het CDA-Limburg het vertrouwen
op in de PVV in die provincie en een dag later liep Geert Wilders weg uit het
Catshuis.
Het vervolg op deze twee gebeurtenissen was totaal anders.
In Limburg werd en wordt er in alle rust gesproken over een nieuwe coalitie,
zonder dat er verkiezingen worden gehouden. Bij de Haagse politici brak paniek
uit: verkiezingen, en wel zo snel mogelijk.
Er wordt openlijk ruzie gemaakt over het tijdstip van die
verkiezingen. Veel lopende wetsvoorstellen, waaronder de Wet Werken naar Vermogen,
worden controversieel verklaard en worden sowieso het komende halfjaar niet –
en misschien wel helemaal nooit – behandeld. Andere besluiten, zoals die van de
animalcops, worden teruggedraaid. Kortom, chaos in Den Haag.
Om onder andere deze reden pleit ik voor maar eens per
vier jaar verkiezingen te houden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en
niet na de val van ieder kabinet. Dat doen we ook bij de Eerste Kamer, in gemeenten
en provincies. Dus houd de volksvertegenwoordiging in dezelfde samenstelling en
zoek naar een nieuwe meerderheidscoalitie. Dat het mogelijk is, heeft de
Kunduz-coalitie bewezen: binnen twee dagen was er een groots bezuinigingspakket
samengesteld.
In de afgelopen tien jaar heeft Nederland vijf kabinetten
gehad en gaan we straks voor de vijfde keer naar de stembus. Van zoveel kabinetten
en verkiezingen wordt Nederland niet beter; eerder slechter. Zeker de laatste twee
kabinetten zouden niet gestruikeld zijn als zij niet gevolgd zouden zijn
geweest door verkiezingen.
Het vertrouwen in de politiek is nog nooit zo laag
geweest. En blijft dalende. De gebeurtenissen na de val van Kabinet
Rutte-Verhagen heeft die trend versterkt. De politiek wordt verweten achter
hypes aan te lopen en Kamervragen te stellen om de naam van de vraagsteller in
de krant te krijgen. De roep om een fatsoenlijker parlement die zich bezig
houdt met lange termijn hervormingen wordt steeds groter. Als politieke
partijen zich op ieder moment bezig moeten houden met de mogelijkheid van
verkiezingen, dan lukt het – blijkbaar – niet om die lange termijn gedachte te
laten prevaleren boven de korte, snelle slag.
Met eens per vier jaar een vaste datum voor Kamerverkiezingen
wordt de invloed van peilingen ook teruggebracht. Een mooie bijkomstigheid is
dat Maurice de Hond minder vaak aan tafel van praatprogramma’s hoeft aan te
schuiven. Teveel politici – én journalisten – verbinden te grote conclusies aan
een zeteltje eraf of eentje erbij. Er zijn zelfs partijen die de peilingen
leidend laten zijn voor hun politieke standpunten. Daarmee wordt het beeld van
zwalken en visieloze politiek versterkt.
Dan de kosten. Niet alleen kost het politieke partijen
zelf dubbel zoveel geld om gemiddeld eens per twee jaar landelijke verkiezingen
te organiseren, maar ook de maatschappelijke kosten zijn hoog. De kosten voor vertraging in wetgeving, een
kabinet die alleen de lopende zaken mag regelen en ‘verloren jaren’ lopen in de
miljarden. Ook zullen de uitkeringen van
wachtgeld voor oud-politici fors kunnen afnemen; een kamerlid weet op welk
moment zijn of haar zittingstermijn kan aflopen en kan pro-actief maatregelen
nemen.
Daarbij zijn er organisatorisch veel voordelen aan de
vaste verkiezingen te verbinden. Politieke partijen kunnen hun procedures goed
plannen. De PvdA moest bijvoorbeeld afzien van de reeds aangekondigde ‘primaries’
omdat het te kort dag was om die voorverkiezingen te organiseren. Daarnaast vinden
er nu voor de zomer in allerijl lijsttrekkersverkiezingen plaats. En worden er nog snel functioneringsgesprekken
gevoerd met de zittende parlementsleden.
Is het wettelijk
verplicht om verkiezingen uit te schrijven?
Nee, in Nederland is het gebruik ontstaan dat na de val
van een kabinet verkiezingen worden uitgeschreven. Staatsrechtelijk hoeft het niet.
Verkiezingen behoren eens per vier jaar te worden georganiseerd. En als we ons
daaraan houden, dan is dat voor iedereen helder.
Is het wel
democratisch om het volk niet te laten spreken na een kabinetsval?
Uiteraard moet het van tevoren duidelijk zijn dat de
gekozen volksvertegenwoordiging die vier jaar volmaakt. Kiezers wegen dat mee
in hun stemkeuze. Als ik bijvoorbeeld een jaarabonnement neem op met een krant en er komt halverwege dat jaar een
nieuwe hoofdredacteur, dan hoeft de krant mij niet te vragen of ik die krant
nog wil voor de rest van het jaar. Zo ook met de Tweede Kamer. Kiezers geven
voor vier jaar hun stem aan een politieke beweging; dat is niet afhankelijk van
het al of niet wisselen van ministers en staatssecretarissen.
Naast de vergelijking met de Eerste Kamer, gemeenten en provincies
wil ik een vergelijking maken met de Verenigde Staten. Daar zijn de
voorbereidingen voor de presidentsverkiezingen in volle gang. Ook voor de
komende en volle vier jaar...
Amerikanen houden er rekening mee dat een president de
vier jaar niet volmaakt – zoals Nixon en Kennedy – door de aanwijzing van een
reserve-president. Als een president niet de volledige vier jaar voltooid, om
welke reden dan ook, wordt een nieuwe president geïnaugureerd zonder nieuwe
verkiezingen.
Nederland is aldus beter af is met een vaste datum voor Tweede
Kamerverkiezingen, onafhankelijk van een kabinetsval. Een goed begin om het
vertrouwen in de politiek te vergroten.
Bert Sonneveld
Econoom, politiek columnist en CDA-lid
Bovenstaande column heb ik verstuurd naar NRC Opinie & Debatop op donderdagochtend 26 april; toen er nog geen Lenteakkoord was dat CDA, VVD, D66, GroenLinks en ChristenUnie die middag/avond sloten. Vanwege ruimtegebrek heeft NRC dit opiniestuk niet opgenomen.
Op dinsdag 1 mei zal een verkorte versie van deze column verschijnen in de Gooi- en Eemlander.
Op dinsdag 1 mei zal een verkorte versie van deze column verschijnen in de Gooi- en Eemlander.
Reacties
Een reactie posten