De polariserende verkiezingscampagne 2012 heeft geleid
tot twee grote flankpartijen, VVD en PvdA, en een politiek midden – van CDA en
D66 – dat leger is dan ooit. Nu, eind september 2012, proberen de twee winnaars
gezamenlijk om te komen tot een meerderheidsregering.
Dat is niet goed voor Nederland en niet goed voor het
aanzien van onze landelijke politiek. En dat terwijl er een alternatief is dat
veel aantrekkelijker is. Namelijk een minderheidsregering van alleen de VVD.
Nog geen week na de verkiezingen gaven PvdA en VVD al
niet thuis. De PvdA deed geen enkele moeite om de BTW-verhoging per 1 oktober
a.s. tegen te gaan; een punt dat prominent op hun posters in onze bushokjes te
lezen was. En VVD én PvdA spraken in het openbaar niet meer over het
terugdraaien van de forensentax; en al helemaal niet hoe zij die anderhalf
miljard, de kosten van dat terugdraaien, in 2013 wilden bezuinigen.
Dit gedrag tast het vertrouwen in de politiek bij heel
veel mensen aan. Nederlanders willen niet alleen duidelijkheid hebben voor de
verkiezingen, maar willen daarna diezelfde duidelijkheid horen.
De two-new-best-friends, Rutte en Samsom, zullen er met
hun makkers echt wel uit gaan komen. Het positieve uitruilen gaan de heren in
Den Haag regelen. De VVD krijgt de arbeidsmarkt en de zorg en de PvdA de
hypotheekrenteaftrek en Europa. Of zoiets.
Maar de achterbannen? Dat gaat knellen. We hoorden een
PvdA-er al over het kinderpardon; dat dit voor Samsom echt een breekpunt moet
zijn. En VVD-ers roeren zich over de verdubbeling van de bankenbelasting en het
zwaarder belasten van hun mooie bonussen.
Eerst zullen enkelen in deze partijen zich laten horen.
Sowieso gevolgd door een daling in de peilingen. Ja, en dan? Dan wordt dat
positief uitruilen toch iets negatiever: als jij hier niet aan morrelt, dan
zullen wij niet aan dat komen.
Dat is slecht voor het aanzien van de Nederlandse
politiek.
Ook kennen we allemaal nog het beeld van Jeanine
Hennis-Plasschaert (VVD). Zij voerde fel campagne tegen de weigerambtenaar,
maar stemde in de Tweede Kamer voor. Vanwege coalitieafspraken. Niet uit te
leggen.
Dit willen Nederlanders niet meer.
En voordat we er erg in hebben, krijgen we alweer
vervroegde verkiezingen.
Nee, zover moeten we het niet laten komen.
Het argument dat dit niet anders kan in een coalitieland
klopt deels. Terugkijkend op de laatste honderd jaar is dat inderdaad veelal de
praktijk geweest. En als een Kamerlid dan volgens zijn eigen principes en eigen
verkiezingsprogramma stemde, dan werd hij of zij als dissident gezien. Maar het
kan ook anders. Het toverwoord daarvoor is een minderheidsregering van één
partij.
Laat de VVD nu een regering vormen en laat de Tweede
Kamerleden stemmen zoals in hun verkiezingsprogramma staat. Niets uitruilen.
Hoe gaat dat dan. Als de VVD iets – uit eigen
verkiezingsprogramma – voorstelt dat een meerderheid in de Tweede Kamer heeft,
is goed te overzien. Als de VVD een wetsvoorstel indient dat geen meerderheid
heeft, dan wordt dat geamendeerd of afgestemd. En een meerderheid van de Kamer
kan ook een eigen wetsvoorstel aannemen. Ook dat is goed te overzien.
In de praktijk zijn er mooie meerderheden. Aanpassing van
de hypotheekrenteaftrek bestaande gevallen. Het kinderpardon. Versteviging van
Europa, begrotingsdiscipline en controlebevoegdheden. Niet-zorgelementen, zoals
wonen en service, uit de AWBZ. Bonussen in de financiële sector maximaal drie
maandsalarissen of 20%. Werkgevers betalen eerste zes maanden WW en de WW wordt
korter maar hoger.
Groot voordeel is dat Kamerleden hetzelfde kunnen stemmen
als in hun verkiezingsprogramma staat. Uitruil op kleine onderdelen – zoals als
jij voor mijn motie stemt, dan steun ik jouw amendement – moet dan ook niet
gebeuren.
Een meerderheid is een meerderheid. Punt uit.
Natuurlijk moeten Kamerleden van andere partijen de VVD
wel de mogelijkheid geven om een regering te vormen en niet al op dag twee een
motie van wantrouwen indienen om de regering naar huis te sturen. De
grondhouding tegenover een minderheidsregering moet positief zijn. Maar dat
vertrouw ik de meerderheid van onze huidige volksvertegenwoordigers wel toe.
Ander groot voordeel is dat we zonder langdurige
informatie en formatie een kabinet hebben binnen één week na de verkiezingen.
Inclusief beëdiging en foto van de bordesscène op de trappen van Huis ten Bosch.
Zo’n kabinet kan eventueel ook al door verschillende
partijen voor de verkiezingen worden gepresenteerd.
Een nadeel kan het zijn dat dit ten koste gaat van de
kleine partijen. Ik denk dat dit zal meevallen. Want in een dergelijk systeem
van een minderheidsregering telt iedere stem. Ook de stem van 50+, van de
dieren of de staatkundig gereformeerden.
Maar de grootste winst zal het herwinnen van het
vertrouwen in de politiek en politici zijn. En die winst gun ik Nederland van
harte.
Bert Sonneveld
Econoom, Europa-expert, politiek columnist en CDA-lid
Reacties
Een reactie posten