Op het strand van Kijkduin |
Het christendemocratische antwoord op de
megaprovincie-discussie zijn sterke regio’s en benaderbare burgemeesters.
De historie leert ons dat het vooral de liberalen zijn
geweest die een stempel drukken op de bestuurlijke inrichting van ons land.
De liberaal Thorbecke introduceerde zijn ‘Huis van
Thorbecke’ in de grondwet van 1848. Nederland kent drie bestuurslagen: de Rijksoverheid,
de Nederlandse provincies en de Nederlandse gemeenten. De provincies vormen de
bestuurslaag tussen het rijk en de gemeenten. Ze doen het werk waarvoor het
rijk 'te groot' en de gemeente 'te klein' is.
Het zijn ook de liberalen van D66 die bijna vijftig jaar
de bestuurlijke discussie opschudden. Dan is het de gekozen burgemeester; een
andere keer een kleiner aantal slagvaardige landsdelen. Ook de gekozen premier,
het districtenstelsel en natuurlijk het referendum krijgen stuk voor stuk de aandacht.
Maar het blijft bij D66 bij de discussie; zonder dat er echt iets veranderd.
Het Kabinet Rutte 2 neemt in ‘Bruggen slaan’ zo ongeveer
de tekst over uit het – liberale? – VVD-programma en schrijft: “Voor de lange
termijn hebben wij het perspectief van vijf landsdelen met een gesloten
huishouding en gemeenten van tenminste honderdduizend inwoners voor ogen.”
Daarin stond ook het voornemen om Noord-Holland, Utrecht
en Flevoland samen te voegen, waar Plasterk zich nu stevig in vastbijt.
Het christendemocratische antwoord komt onvoldoende. De
ene gemeentelijke fusie wordt vriendelijk omarmd, een andere keer wordt een
huidige bestuurlijke inrichting met hand en tand verdedigd. Ook tegengestelde
gedachten over een fusie zijn ons binnen het CDA bekend. In onze eigen regio,
’t Gooi en de Vechtstreek, stemde het CDA in Bussum tegenovergesteld aan
CDA-politici in Muiden, Naarden en Weesp.
Voor wat betreft de fusie tussen Noord-Holland, Utrecht
en Flevoland lijken we op een lijn te zitten. Maar het is vooral het tegenzijn
wat ons bindt, dan dat we een duidelijk christendemocratisch antwoord hebben.
Een provincie van Noord-Holland is een bestuurlijke
eenheid. Maar mensen in de Kop, Amsterdam, Waterland of bijvoorbeeld ’t Gooi
hebben weinig met elkaar.
Regio’s
Nederland moet opgedeeld worden in regio’s. Een stuk of
30; het kan iets meer zijn, maar ook iets minder. Ken je nog de 25 politieregio’s of de 19 arrondissementsparketten?
Logische eenheden. Waarbij de burgers voelen dat ze iets met zo’n regio hebben.
Friesland is zo’n logische eenheid. Utrecht en Zeeland ook. En ook Twente,
Haaglanden, Rijnmond, Kop van Noord-Holland en ’t Gooi. Iedere regio moet een
eigen raad van volksvertegenwoordigers krijgen. Omdat veel van wat er het
dichtst bij burgers staat, toch vaak het beste per regio moet worden aangepakt.
Over het winkelcentrum, over brandweer en politie, over wegen en infrastructuur
en over woningbouw.
Burgemeester
Maar de burgemeester blijft. Ieder kern heeft er één.
Natuurlijk zitten openbare orde en veiligheid in zijn portefeuille. Belangrijk
voor het verbindende element in een gemeenschap zijn de representatieve taken
van de eerste burger. Hij of zij staat dicht bij de burgers. Kent de inwoners
en is gekend door hen. De burgemeester is het hoofd van een dorp of stad.
Het grote voordeel van de bestuurlijke inrichting met
regio’s met meerder burgemeesters is dat we de menselijke maat behouden – en op
sommige plekken misschien wel weer terugkrijgen. En dat we van twee
bestuurslagen (de provincie en de huidige gemeente) er een maken waar
democratische beslissingen worden genomen. Eentje die ook veel logischer is.
Regio’s zijn namelijk die logische eenheden.
Het christendemocratische subsidiariteit past goed bij de
beschreven inrichting. Past beter omdat het – nogmaals – logischer is. En
daarvoor is het niet noodzakelijk dat alle bestuurslagen op vergelijkbare
manier een raad en een dagelijks bestuur hebben. De derde verdieping van het ‘Huis
van Thorbecke’ – een dorp of een stad – moet juist anders bestuurd worden dan
de tweede verdieping – de regio.
Door Nederland in te richten naar logische regio’s met
behoud van een sterke burgemeester per (groep van) woonkernen maakt de
bestuurlijke inrichting passend bij de 21e eeuw.
Reacties ontvang ik graag.
Groet,
Bert Sonneveld
Politiek columnist, Europa-expert en CDA-lid
Lijkt me een goed, overzichtelijk en gedencentraliseerd systeem! Ontstaan er alleen geen plaatsen die zich overal buiten voelen? Steden die hun eigen 'identiteit' hebben en grote verschillen hebben met de naburige steden of dorpen? Waar moeten zij zich dan bij neerleggen?
BeantwoordenVerwijderenBinnen een regio kunnen er grote verschillen zijn; of beter gezegd die zijn er. Tussen steden en dorpen, maar ook tussen steden onderling en tussen de verschillende dorpen. Daarvoor is een burgemeester per dorp of stad ook hartstikke nodig.
VerwijderenMaar een volksvertegenwoordigende raad is dat niet. Het is veel beter om dat voor de hele regio te doen. Veel beslissingen die nu worden genomen, passen niet. Een gemeenteraad is te klein en de Provinciale Staten zijn vaak te groot. Een regio is daarom veel logischer.
In zo'n regionale raad wordt iedereen gehoord en worden professionele beslissingen genomen die het algemeen belang dienen. En bij zo'n meerderheidsbesluit moeten mensen zich dan wel bij neerleggen. Grote kans daarop als dat goed gebeurd; wel met kwaliteitsslag ten opzichte van huidige raden.