Afgelopen week was het CDA in Noord-Holland op
werkbezoek. De landelijk en provinciaal voorzitters, Ruth Peetom en Jelle
Beemsterboer, waren de hele dag in touw: Medemblik, Den Helder en Texel. Alles goed
georganiseerd door Marc Haverkamp.
Ook ik ben voor een deel mee geweest; retourtje eiland Texel.
Op Texel wonen dertienenhalf duizend mensen, maar is
van veel meer importantie dan je op basis van het inwonersaantal zou verwachten.
Rijke flora en fauna van polders, brede zandstranden, duinen, heide, bos en
kwelders; natuurlijk veel toerisme; schapen en hun kaas en lammetjes en hun
vlees; en de havens voor visserij, pleziervaart en veerdienst.
En de bewoners zijn trots op dit alles en op elkaar; er
is een groot verantwoordelijkheidsgevoel naar elkaar toe.
De plaatselijke afdeling Texel had een mooi en
afwisselend programma gemaakt. Op de boot verwelkomde een ontvangstcomité van
CDA-bestuur en -fractie ons. Daarna leidde Jan-Willem Bakker ons rond op zijn schapenbedrijf
‘De Waddel’. En na een bezoek aan een viskotter
in Oude Schild reden we naar de Buureton in Den Burg voor een gesprek over welzijn,
zorg en mantelzorg; en een lunch.
Wat mij sterk trof in deze drie werkbezoeken was de
hoeveelheid wetten en regels waar deze drie verschillende sectoren mee te maken hebben. Was er in het
verleden een schandaal, probleem of wissewasje, dan stond de overheid wel weer
klaar met nieuwe wetten, normen, procedures, reglementen, richtsnoeren, voorschriften,
regels, bepalingen en verordeningen. Alsof de samenleving maakbaar was; of is.
Jan Willem vertelde dat controleurs zich vooral buigen
over de ingevulde formulieren en of de juiste vinkjes zijn gezet. Er wordt geen
stap in de stal zelf gezet. Wat is dat toch dat we meer en meer vertrouwen op papier
en steeds minder op ons eigen gezond verstand. Zelf noem ik dit regelmatig
excel-fetisjisme. Als de lijstjes maar kloppen, dan zal het wel allemaal goed
gaan.
Onder andere hierdoor kan fraude ontstaan. De lijstjes
zijn wel kloppend te maken, dus lijkt het onderliggende ook wel goed te zijn. Met
als voorbeelden scharreleieren, die door legkippen zijn gelegd en paardenvlees,
wat als rundvlees wordt geconsumeerd.
Even stond ik te praten met een koeienboer op Texel. Hij
vertelde dat al hun melk met vrachtwagens vol het eiland afgaat om vervolgens met
vrachtwagens vol melkpakken weer terug te komen. “Waarom verlaat niet alleen
het overschot het eiland”, vroeg ik. Een eigen zuivelfabriek was te klein en dit
is goedkoper. Maar niet beter.
Ook de visserij heeft met veel regel-gedoe te maken.
Besluiten door mensen die zelf te weinig verstand van zaken hebben en zich onvoldoende
door mensen uit de praktijk laten adviseren. Zo is er een discussie over het
percentage vis dat als ongewenst teruggegooid mag worden; 5% of 7%? Met het oneigenlijke
argument van overbevissing worden vissers op kosten gejaagd; zonder dat het
doel van duurzame visserij dichterbij komt.
Of pulsvissen. Dat is vissen door met stroomdraden over
de zeebodem te slepen, waardoor de vis door elektrische schokken van de bodem
wordt opgeschrikt. Formeel in Europa verboden, maar in China vissen een
paar duizend schepen met elektrisch vistuig. En dat terwijl pulsvissen
goedkoper is, minder bijvangst kent, de zeebodem minder beschadigt en meer
grotere vissen vangt. Kortom: beter is.
De oplossing werd ons ook aangereikt: Vertrouwen,
kleinschaligheid en de menselijke maat. Vorige maand schreef ik al over TexelEnergie en coöperaties. En deze trend op Texel weer bevestigd. Mensen
kunnen met elkaar heel veel voor elkaar krijgen. Daar hebben we geen supergrote
overheid voor nodig; maar we kunnen het ook niet overlaten aan een door excessen aangetaste markt. Dat moeten we gewoon met elkaar regelen.
Dus laat mij niet een roepende in de woestijn zijn; of beter
passend in dit kader: alleen op een eiland staan. We gaan het met elkaar doen.
En doe jij mee?
Groet,
Bert Sonneveld
Europa | Werkgelegenheid en Sociale Zaken | CDA
Reacties
Een reactie posten